Met dit Halloweenspel oefen je au/ou op woordniveau. Je kan de figuren op een whiteboard-dobbelsteen tekenen of het kind prentenkaartjes laten trekken.

Met deze Halloweenbingo oefen je ei/ij op woordniveau.

woorden lezen met sp-, -sp, st-, -ts, -st kaartjes

Uitlegblad + Kaarten (die je dient uit te knippen) + 2 bingokaarten (elk drie rijen)

Bundel om enkelvoud en meervoud te oefenen

Een oefenblaadje voor het leren schrijven van woorden met -gt en -cht

Met dit kikkerspel oefen je woorden met twee- en drieledige consonantclusters in initiale en finale positie (gemengd) op AVI-E3. Trek je een kikker, dan mag je een stapje vooruit (richting de vlieg). Trek je een reiger, dan ga je een stapje achteruit.

Creatief schrijven/ vrij schrijven. Een brief leren schrijven naar iemand. Leren dat geschreven taal een communicatiemiddel is.

Volgens Rekenlijn - appelspel

Spelletje met de boze kat

Zeeslag AVI 3/E3-M4 woordniveau

Oefen op zinsniveau met een ronde klinker aan het begin van elke zin.

Spelletje om eu en ui in te oefenen

Los de vragen op, op de laatste dia vind je de oplossingen van de quiz.

Lees het verhaaltje voor en laat de leerling het werkwoord noteren in de juiste tabel.

Lees het verhaaltje voor en laat daarna alles invullen door het kind in de tabel eronder.

Los de rebus op, er zitten veel woorden met i/ie en isch in.

Vul het ganzenbord in met de juiste letters.

Vul om de beurt de juiste letters in en maak om ter snelst 4 op een rij.

Clusterwoorden (AVI 4)

Kraak de code door alle oefeningen juist op te lossen!

Schema + oefeningen op cht/gt

Stickerblad

In deze teksten zijn woorden weggelaten. De patiënt dient deze met een gepast woord in te vullen.

Leg de 4 beschreven prenten voor de persoon en stel de vraag. De groengekleurde antwoorden zijn juist.

huig of tongpunt R inoefenen met het doelwoord rood

kleur wat bij elkaar hoort, bv: 1 bal, 2 ballen

voltooide deelwoord met klankverandering, inoefenen via holle bolle big spel

Elke speler kiest een bingo-kaart. De ene speler moet alle zelfstandige naamwoorden vinden en de andere alle bijvoeglijke naamwoorden.

Oefen 'onze' 'jullie' 'hun' aan de hand met prenten.